Verhalen over de Tweede Wereldoorlog zijn zwart, wit en vaak grijs, zeker als het gaat over het optreden van de politie in die tijd. In een korte reeks beschrijft WEP enkele verzetsdaden van dienders. Een aantal hiervan zijn opgetekend door huidige politiemedewerkers. In deze slotaflevering vertelt Willeam van de Landelijke Eenheid over het heldhaftige optreden van zijn oudoom.
Leendert de Visser.
In Zwolle zat de Joodse weduwe Rozette Leefsma-Elzas ondergedoken. Rozette had geen meegaand karakter en veroorzaakte problemen op haar onderduikadres. Het gevolg was dat het verzet haar daar weg wilde hebben. Mogelijk was haar reputatie bekend, want er was in elk geval niemand bereid het risico te nemen haar een schuilplaats te geven. De ondergrondse zat dus met haar in z’n maag.
Het verhaal gaat dat verzetslieden dachten van haar af te komen door haar in 1943 in een water te dumpen. Zelf zou zij beweren dat het om een doelbewuste verdrinkingsactie ging. Op het moment van het ‘dumpen’ komt agent Leendert de Visser in het verhaal, de oudoom van Willeam.
Willeam: “Leendert kwam met een collega tijdens een surveillanceronde toevallig langs. Zij haalden Rozette uit het water. Leendert hoorde haar verhaal aan en nam haar mee naar huis. Twee jaar lang zat ze bij hem en zijn gezin ondergedoken. Overdag moest ze op haar plek op zolder blijven. Pas als het dochtertje van Leendert en zijn vrouw naar bed was, mocht Rozette naar beneden komen. Ze waren erg bang dat hun kind in haar onschuld de onderduikster zou verraden.”
Razzia
Enkele maanden voor de bevrijding werd een razzia gehouden. Leendert pakte zijn politiepapieren en zwaaide er mee naar de Duitsers voor zijn deur. “Opgedonderd, weg uit mijn tuin, hier Kriminalpolizei. Sind Sie verrückt Mensch?” riep hij uit. Het bozige toneelspel had effect; de Duitsers dropen af. Kennelijk onder de indruk van de grote mond die zij kregen en de politiepapieren.
Na de razzia kreeg de agent via zijn werk te horen dat Rozette onmiddellijk weg moest. “Iemand had haar verraden, dus de Duitsers zouden terugkomen”, vertelt Willeam. Met hulp van de politie lukte het een nieuw adres voor Rozette te vinden. In Zwolle kon ze waarschijnlijk niet meer terecht, maar in Deventer was een plek. Leendert zou haar brengen.
Handkar
's Morgens vertrokken ze met een handkar, waarbij Rozette verstopt lag onder een stapel oude kleden en lompen. Leendert mijdde wegen die vaak gecontroleerd werden, maar bij de IJsselbrug stuitten ze toch op een patrouille. Rozette werd gevonden, waarop Leendert – die volgens Willeam barstte van de zenuwen – weer een grote mond opzette: “Ze is krank, ziek! Opgeduveld nou.” “In die tijd was men erg bang voor tbc, dus lieten de Duitsers zich afbluffen”, legt Willeam uit.
De agent mocht door, maar hij verwachtte dat de soldaten zich zouden bedenken. Hij verliet daarom de weg en hield zich met kar en onderduikster schuil in een vlakbij gelegen bos. Zo´n drie kwartier later raceten inderdaad Duitsers op motoren langs. Voor de zekerheid verstopte het duo zich de rest van de dag in het bos, om pas in het donker van de nacht naar Deventer te gaan.
Psychiatrische inrichting
Zonder verder oponthoud kwamen ze tegen de ochtend aan bij het onderduikadres: psychiatrische inrichting Brinkgreven. Ze moesten wachten in een kamer waarin een grote ronde tafel stond. Op van de spanning en vermoeidheid ijsbeerde Leendert om de tafel. De ziekenbroeders dachten dat hij een nieuwe patiënt was, pakten hem beet en werkten hem tegen de grond. De directeur van Brinkgreven wist hoe de vork in de steel zat en zei dat het niet om de man, maar om de vrouw ging. Tot de bevrijding heeft Rozette veilig in Deventer gezeten.
Portret van een agent
Na de oorlog bleek dat alle vier de kinderen van Rozette in de oorlog waren omgekomen. Esperance (24), Benjamin (22), Elisa (21) werden in 1942 vermoord in Auschwitz en Regina (23) in Sobibor.
“Rozette heeft contact met de familie De Visser gehouden”, vertelt Willeam. “Ze heeft zelfs het huwelijk van Leenderts dochter Ineke bijgewoond. Haar laatste dagen sleet ze in een Joods tehuis. Daar had ze een grote foto van een agent in uniform aan de muur hangen. Dat was Leendert en als iemand vroeg wie dat was, zei ze steevast: “Dat is mijn held.””
Leendert de Visser is samen met Engelina de Visser-Breetveld in Yad Vashem officieel erkend als Righteous Among the Nations.
Willeam tekende dit verhaal op van de dochter van Leendert de Visser.
Bron foto's: Willeam.
Rozette Leefsma-Elzas.
Willem van Lanschotlaan 1
3941 XV Doorn
Tel: 088-3340050
via Nederlands Veteranen Instituut (NLVI)
E-mail: info@wep.nu